Begraven oude maaiveld

Grondradar helpt Gelderland bij inrichtingsplannen

De provincie Gelderland wil in het Natura 2000-gebied Stelkampsveld bij Lochem een robuust natuurterrein met een goede waterhuishouding tot stand brengen. Daarvoor gaat de provincie verschillende landbouwpercelen in natuur omzetten. Medusa’s grondradar brengt de bodem van deze percelen gedetailleerd in kaart.

Uit een eerder uitgevoerde ecologische bodemkartering zijn in het gebied veel dichtgeschoven venige laagten en afgeschoven dekzandruggen aangetroffen. Dit biedt kansen voor de inrichtingsmaatregelen om via reliëfherstel en hydrologisch herstel het systeem te herstellen. Dat biedt op zijn beurt weer mogelijkheden voor de ontwikkeling van specifieke natuurtypen.

Gebiedsdekkende informatie

Voor de inrichtingsplannen heeft de provincie informatie nodig over de exacte verbreiding van de (voormalige) en meestal begraven broekeerdgronden en veenlaagten. Daarnaast wil de provincie ook gebiedsdekkende informatie over de dikte van het opgebrachte zandige materiaal en de grens van de begraven (voormalige) moerige laag en het onderliggende moedermateriaal. Ook andere relevante bodemlagen als leemlagen wil de provincie graag in kaart hebben gebracht. De percelen hebben een oppervlakte van ca. 23,5 hectaren en zijn in eigendom van Staatsbosbeheer, Natuurmonumenten, Provincie Gelderland en particulieren.

Grondradar en gammaspectrometer

Medusa Explorations heeft de opdracht gekregen om het gebied in kaart te brengen. Hiervoor worden twee geofysische meetsystemen ingezet. Een combinatie van grondradar (om de laagopbouw in diepte te meten) en een gammaspectrometer (voor de variatie in lutumgehalte) is hierbij gebruikt. De Gammaspectrometer meet de bovenste ca. 30-50 cm op bodemsamenstellingsverschillen (vooral lutumgehaltes) en de grondradar geeft een gedetailleerd beeld van de bodemopbouw van de bovenste meters.

Met behulp van boringen zijn de bodemhorizonten die zichtbaar zijn in de grondradar geduid en geijkt. Zo zijn verschillende lagen (laagovergangen) in beeld gebracht met behulp van boringen en de grondradar metingen:

  1. Onderkant van opgebracht materiaal. Dit is de diepte van het begraven oude maaiveld.
  2. De diepte van de begraven moerige laagten (de Ahb horizont).
  3. Verkitte lagen of oerlagen met een hoog gehalte aan ijzer.
  4. De diepte van klei/leem lagen.
  5. Bovenkant van de C-horizont.

Met het onderzoek met de grondradar is de bodemopbouw, de bodemhorizonten en laagovergangen in het bovenste gedeelte in kaart gebracht en is een nagenoeg vlak dekkend beeld van het voor zover mogelijk geïnterpreteerde oude maaiveld gemaakt.

Oorspronkelijk reliëf

Dit project laat zien dat een grondradar en gammaspectrometer goed bruikbaar zijn om bodemopbouw en bodemsamenstelling in beeld te brengen. In dit geval was de vraag vooral om het oorspronkelijk reliëf  in kaart te brengen van percelen die in het verleden zijn geëgaliseerd en afgevlakt voor landbouwdoeleinden. De afgevlakte en dichtgeschoven laagten zijn in de grondradarbeelden duidelijk herkenbaar en zijn op deze wijze goed vlak dekkend in kaart te brengen.

Lees meer over het in kaart brengen van de bodemopbouw bij Nature Today

Afbeelding 1: Radarvoorbeeld met de locatie van de aangeleverde boringen. In paars is een met ijzer verdikte oerlaag aangeven in de radar.

 

 

 

 

 

Afbeelding 2: Radarvoorbeeld onderkant van de opgebrachte bodem en de ligging van een verkitte laag.