Landschapsontwikkeling Beetsterzwaag vraagt vlakdekkende bodeminformatie

Nederland zet veel landbouwgebieden om naar natuurgebied en dat  heeft meer dan louter esthetische redenen. Natuurherstel gaat ook over de lokale hydrologische omstandigheden, grondwaterstanden en over ecologische verbetering. Bodeminformatie speelt daarbij een grote rol, zo ook rond het Friese Beetsterzwaag waar Medusa de bodem in kaart heeft gebracht voor de provincie Fryslân.

Het klinkt zo mooi: jarenlang intensief gebruikte landbouwgebieden ‘teruggeven’ aan de natuur, maar het simpelweg teruggeven van landbouwgrond is een te eenvoudige gedachte. Zo speelt bij natuurherstel en landschapsontwikkeling de lokale waterhuishouding een grote rol. Veel nieuwe natuurgebieden dienen als wateropslag bij extreme regenval en/of hoge grondwaterstanden of worden zelfs lokale wetlands: waterrijke, beschermde natuurgebieden. De lokale grondwatersituatie moet daarom duidelijk in beeld worden gebracht.

Herinrichting natuurgebied Beetsterzwaag

De provincie Fryslân is bezig met het ontwikkelen en herinrichting van het Natura 2000 natuurgebied Van Oordt’s Mersken, een landschappelijk fraai natuurgebied ten zuidwesten van Beetsterzwaag dat zich bevindt op circa 865 hectare langs de eeuwenoud beek het Koningsdiep die meandert tussen twee hoge zandruggen. De herontwikkeling van dit gebied heeft te maken met een buitengewoon specifieke grondwatercontext.

Specifieke waterhuishouding door keileem en hoogteverschil

De waterhuishouding in het gebied is zo kenmerkend omdat er naast het hoogteverschil zandgronden, veen en keileem voorkomt in een deel van het areaal. Keileem fungeert als een waterscheidende laag en heeft grote invloed op de waterhuishouding. Het laat moeilijk water door en er blijft makkelijk water op staan. In de lagere delen waar de keileem dunner is of ontbreekt, kan mineraalrijk water omhoog komen. Deze omstandigheden zorgen overigens ook voor een grote variatie aan flora en fauna en geven het gebied bijzondere natuurwaarden.

Gedetailleerde kaart nodig voor waterhuishouding

Om de lokale waterhuishouding inzichtelijk te maken heeft de provincie Fryslân Medusa Explorations gevraagd om een gedetailleerde gebiedsdekkende kaart te maken van het onderliggende keileem in het gebied. Globaal was de ligging van de keileemlaag wel bekend aan de hand van boringen en ander geologische informatie, maar lokaal en op detailniveau was de ligging van het keileem nog niet in beeld gebracht.

Meten in ontoegankelijk moeras blijkt onmogelijk

Quad vast in moeras

De quad van Medusa’s veldwerker liep vast in het moeras

Medusa heeft het natuurgebied opgedeeld in twee onderzoeksgebieden, een in het noorden en een in het zuiden. Inmeten van het hele gebied was niet mogelijk omdat het deels uit bos bestaat en deels uit moeilijk toegankelijk moeras.

De veldwerkers van Medusa zijn weliswaar moeilijke omstandigheden in het veld gewend en hebben een poging gewaagd om het centraal gelegen moeras in te meten, maar daarbij is een veldwerker gestrand en is de apparatuur dermate beschadigd dat verdere exploratie van het moeras uit veiligheidsoverwegingen gestaakt is.

Grondradar: gebiedsdekkend beeld van lagen en objecten

De meetgebieden bij Beetsterzwaag zijn ingemeten met een grondradar en een gammaspectrometer. De grondradar meet met tientallen pulsen per seconde de elektromagnetische eigenschappen in de bodem en kan de laagopbouw van de bodem in kaart brengen. Hiermee kan de overgang van het bovenliggende veen en zand goed worden onderscheiden van het onderliggende keileem. Zo is een gebiedsdekkend beeld te maken van de ligging van de keileem in de ondergrond.

Medusa sensor meet radioactieve straling

De Gammaspectrometer is een geofysisch meetsysteem dat de textuur, korrelgrootte en chemische samenstelling van de toplaag (bovenste 30 cm) van de bodem bepaalt. De Medusa sensor meet de radioactieve straling uit de grond. Een deel van deze straling komt van nature voor in de bodem, maar ook zijn nog altijd (zeer lage) concentraties straling te vinden van de ramp met de kerncentrale in Tsjernobyl  in 1986 en uit bovengrondse kernproeven uit de jaren 60. Hiermee is het lutum/kleigehalte van de toplaag van  het onderzoeksgebied in kaart gebracht.

Medusa meet verrassend hoogteverschil

Countourenkaart

De verwachting (links) t.o.v. de contourenkaart zoals gemaakt m.b.v. grondradarmetingen (rechts)

De metingen van Medusa laten de diepteligging van de bovenkant van de keileemlaag ten opzichte van het maaiveld en NAP zien. Hierbij is duidelijk dat er twee keileemplateaus zijn met daartussen lokale vlakten en variatie in hoogte. De gemeten hoogte was daarbij lokaal heel verschillend van de verwachte uitkomst. Ook is in het gebied een kunstmatige overgang gevonden die kan wijzen op antropogene graafactiviteiten. Dit zijn zogenaamde Daliegaten, die zijn ontstaan doordat klei is opgegraven uit de ondergrond om de veengrond mee te verrijken. De gaten zijn opgevuld met veen, die later zijn ingeklonken en een depressie vormden.

Beter plan voor inrichting gebied

Met de nieuwe gedetailleerde en gebiedsdekkende kaart van de ligging van de bovenkant van het keileem kan de provincie nu een beter plan maken voor inrichting van het gebied. Om de hydrologische omstandigheden geschikt te maken voor natuurontwikkeling dienen de  aanwezige greppels en sloten, die door de vorige gebruikers zijn gemaakt voor afvoer van het water, op een zorgvuldige wijze worden gedempt of verondiept.