De Onstaborg te Sauwerd: grondradar als prospectieve methode voor archeologisch onderzoek

Met behulp van grondradar kan Medusa Explorations lagen en objecten in de bodem in beeld brengen zonder te verstoren. Dit maakt de grondradar een goed middel voor archeologische prospectie. Zeker voor het opsporen van grotere structuren en bouwwerken waarvan het bouwmateriaal sterk afwijkt van de bodem.

door: Pir Hoebe

Vlakdekkend onderzoek met een grondradar naar bijvoorbeeld vestingwerken, kasteelterreinen en borg-terreinen kan daarom spectaculaire resultaten opleveren: gedetailleerde kaarten met de locatie van sloten, wallen en fundamenten. Op basis van de resultaten van geofysisch vooronderzoek kunnen archeologen goed geïnformeerd op specifieke locaties hun opgraving plannen.

De bewogen geschiedenis van Onstaborg

In gemeente Het Hoogeland (Groningen) ligt het terrein van de in de 18e eeuw gesloopte Onstaborg, direct ten westen van de dorpswierde van Sauwerd. De Borg is in de 14e eeuw gesticht door het adellijk geslacht Onsta, waarna het onder andere een rol heeft gespeeld in de 14e en 15e eeuwse schermutselingen tussen de Ommelander adel en de stad Groningen, De Grote Friese Oorlog en de 80-jarige oorlog. Een veelbewogen geschiedenis dus. Dit is een geschiedenis van belegering, sloop en wederopbouw, waardoor het borgterrein door de tijd heen verschillende vormen heeft aangenomen (Afb 1).

Afb 1. Links – de Onstaborg in geruïneerde staat op de kaart van Haubois (1641), rechts – het herbouwde en rechtgetrokken terrein van de Onstaborg op de Kadastrale Minuut (1822).

Archeologisch onderzoek

Wat is er na al die tijd dan nog over van de Onstaborg? Dit vroeg de Vereniging Dorpsbelangen van Sauwerd en Wetsinge zich af. Vanuit de wens om deze historische plek weer beleefbaar te maken gaf de Vereniging Dorpsbelangen in samenwerking met Gemeente Het Hogeland, Landschapsbeheer Groningen en de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed, de opdracht om hier geofysisch en archeologisch onderzoek te doen.

In een bureauonderzoek (uitgevoerd  door Salisbury Archeologie BV ) zijn de archeologische verwachting van het terrein vastgesteld op basis van bekende archeologie uit de directe omgeving en de historische gegevens die over het terrein bekend zijn. Deze gegevens vormden de basis van het prospectief geofysisch onderzoek van Medusa Explorations waarbij het hele terrein met de grondradar en gamma spectrometer in kaart is gebracht. Vervolgens zijn op basis van dit vooronderzoek op gerichte locaties proefsleuven gegraven om de bevindingen uit het vooronderzoek te toetsen.

Metingen met grondradar

Het ingemeten terrein betreft het weiland waar de Onstaborg op heeft gestaan, de zones langs de sloten rondom het weiland en richting het haventje van Sauwerd, en de ijsbaan. De hieronder besproken resultaten hebben alleen betrekking tot het borgterrein zelf. De prospectie van het gebied is rijdend uitgevoerd. Hierbij is met een quad met een 300 Mhz GPR grondradarsysteem een gedetailleerd grid gemeten van minimaal 2 bij 2 meter.

De data is geanalyseerd met onder andere een time-slice. Bij de time-slice wordt de complete radardataset opgedeeld in verschillende diepte-intervallen. Bij elke positie en diepte-interval wordt de gemiddelde gereflecteerde energie van het radarsignaal bepaald. Naarmate deze hoger is, is het reflecterende object harder. Bodems waarin veel puin of andere bodemvreemde objecten te vinden zijn, laten een hoge gereflecteerde waarde zien; bodems die vrij zijn van objecten laten een veel lagere reflectie zien. De kaarten van de diepte intervallen 30-60 cm beneden maaiveld (afb 2), en 90-120 cm beneden maaiveld (afb 3) zijn hier weergegeven ter illustratie.

Afb 2. Reflecties in de grondradar data tussen de 30 en 60 cm beneden maaiveld.

Afb 3. Reflecties in de grondradar data tussen de 90 en 120 cm beneden maaiveld.

Boringen voor betere interpretatie

Een booronderzoek is gebruikt om de patronen op de time-slices te duiden. Op de kaarten zijn een aantal patronen duidelijk zichtbaar, zoals het verschil tussen de brede gedempte gracht rondom het terrein, die aftekent als een strook van middelhoge tot hoge reflectie (groen tot rood), en het terrein zelf, waar weinig reflecterende objecten in de bovengrond aanwezig zijn. Uit het booronderzoek bleek dat de grachten gedempt zijn met ophogingsmateriaal van het borgterrein zelf, en dat bij de afbraak van de borg ophogingslagen van de wierde zijn verstoord en vermengd zijn met puin en mortel.

De Vereniging van Dorpsbelangen wilde graag weten of er nog resten van de bruggen van de Onstaborg aanwezig zijn op het terrein. Aan de noordoostkant van het plangebied zou volgens overlevering een houten brug een verbinding hebben gevormd tussen de kerk en het borgterrein.  Ondanks de aanwezigheid van een – waarschijnlijk aan deze brug gerelateerde – bakstenen structuur in het talud van de wierde (Afb. 4), zijn er geen afwijkende reflecties  aan de andere kant van de gedempte gracht gevonden. Aan de zuidoostkant van het terrein zijn wel duidelijke afwijkingen herkend tijdens het geofysisch onderzoek, die waarschijnlijk met de belangrijkste toegang tot het borg te maken hebben.

Afb 4. De bakstenen structuur in het talud van de wierde (zie Afb. 5 voor locatie).

Verder is een nog onbekend langgerekte structuur waargenomen tijdens het veldonderzoek. Deze structuur loopt van het voormalige insteekhaventje aan de noordwestkant van het terrein, schuin over naar de vermoedelijke brug en verlaat hier het terrein.

Validatie met archeologische opgraving

Er zijn drie proefsleuven (Afb. 5) gegraven om te begrijpen waaruit de structuren bestaan die zichtbaar zijn in de grondradardata. Van belang was vooral het vaststellen van de aard van resten die te maken hebben met de brug(hoofden) en de gracht. Het veldwerk werd uitgevoerd door archeologen van Salisbury BV (waaronder de auteur), vrijwilligers uit Sauwerd en leden van de Archeologische Vereniging voor Vrijwilligers Noord Nederland. De eerste dagen waren de werkzaamheden gericht op de dempingslagen bovenop de grachtvulling in put 1 en 2. Hier zat veel bouwmateriaal zoals kloostermoppen tussen, maar ook dierlijk botmateriaal en aardewerk.

De locatie van de werkputten van Salisbury BV en herkenningspunten rondom het borgterrein

Bij de aanleg van put 3 stuitte de kraanmachine al snel op een structuur van baksteen en mortel. Zoals te zien is op Afb. 2 en het detail in Afb. 5 was dit compleet naar verwachting, de time-slice liet een grote vlek met zeer hoge reflectie zien. Met de grondradar data naast de resultaten uit het veld is goed te zien hoe scherp bouwmaterialen en structuren van de omliggende dempingslagen kunnen afsteken.

Op de foto is deze structuur aangesneden op zo’n 25 cm diepte. Maar de structuur liep verder door naar beneden en was op een meter diepte nog aanwezig zoals te zien is op Afb. 6. Het is een cirkelvormige bakstenen structuur die met mortel is opgevuld, en met baksteen is afgedekt. De structuur wordt geïnterpreteerd als onderdeel van de toegangsbrug van de Borg. In toekomstig onderzoek zal deze moeten worden gerelateerd aan de andere zones met hoge reflectie in de nabije omgeving.

Uitbraaksleuf

De langwerpige structuur die van het haventje over het borgterrein naar de ingang van het terrein loopt (Afb. 3 en Afb. 6), is ook op een meter diepte aangetroffen in werkput 3. Dit spoor is geïnterpreteerd als de gesloopte restanten van een fundament, een zogenaamde uitbraaksleuf. Het spoor is waarschijnlijk jonger dan de borg omdat het is ingegraven in de dempingslagen van de gracht. De oorspronkelijke structuur zou bijvoorbeeld te maken kunnen hebben gehad met de afwatering van het perceel.

De onderkant van het spoor uit afbeelding 4 en de uitbraaksleuf die over de lengte van de put loopt. Ook dit spoor werd al tijdens het grondradar onderzoek gesignaleerd. Zoals rechts te zien is (detail Afb. 3) loopt dit spoor mogelijk verder door richting het noordwesten.

Houten brug?

Ten slotte is aan het eind van het veldwerk terruggekeerd naar put 2. Aan de onderkant van de dempingslaag, op de overgang naar de grachtvulling rond een meter beneden maaiveld is hout gevonden. Hier lagen meerder palen en planken, lijnrecht tegenover de eerdergenoemde bakstenen constructie die uit talud van de wierde steekt (Afb. 4), aan de overkant van de sloot. Deze palen en planken zijn waarschijnlijk de resten van de houten brug (misschien een ’hoogholtje’) waarover de Onsta’s naar de kerk konden lopen. Hout is met de grondradar helaas moeilijk te onderscheiden van de omliggende ondergrond. Zoals te zien is op Afb. 3 en het detail op Afb. 8 zijn er geen duidelijke reflecties op deze locatie te onderscheiden. Het meetgrid van 2×2 m is te grof om dit soort losse organische resten op te sporen.

 

Het complete plaatje

De resultaten van de combinatie van voorstudie-geofysische metingen-opgravingen laten mooi zien wat de waarde van geofysica kan zijn in archeologisch onderzoek. Door juist op de locaties te graven waar in de grondradarmetingen afwijkingen zichtbaar waren is de trefkans sterk verhoogd. In het verloop van de oude gracht liggen nog veel gebieden waar de grondradarmetingen een hoge reflectie geven. Waar deze door worden veroorzaakt is niet bekend. Gaat het hier om nog intacte fundamenten of gesloopt materiaal waarmee de gracht is gedempt?

Op de antwoorden zullen we nog even moeten wachten, maar in 2022 zal het archeologisch veldonderzoek aan de Onstaborg worden voortgezet en gaan de archeologen op deze plaatsen verder graven.