Studenten aan de slag met geofysische metingen
Studenten van Hogeschool Van Hall Larenstein gebruiken Medusa’s grondradar en gammaspectrometer om te onderzoeken wat een verondieping zou kunnen betekenen voor een gebied in Drenthe.
De studenten Management van de Leefomgeving en Milieukunde gingen een week lang aan de slag met het tot in de puntjes doorgronden van het gebied tussen het Balloërveld en het Loonerdiep, een gedeelte van het Drentse Aa gebied.
In hun fictieve casus willen ze inschatten wat een verontdieping van het Loonerdiep zou kunnen betekenen voor het gebied. Daarvoor moeten ze de natuurwaarden en de bodem zorgvuldig in kaart brengen. Er werden habitatgebieden opgetekend, de hydrologie doorgrond, kikkers gevangen en gedetermineerd om daarna een volledige systeemanalyse te kunnen schrijven.
Grote verschillen in veendikte
Tijdens dezelfde veldwerkweek in de afgelopen jaren merkten andere studenten vaak grote verschillen in de veendikte en ontdekten ze soms het bovenkomen van kleilagen. Doordat de boringen alleen op punten werden gezet, was het echter geheel onduidelijk hoe deze lagen nu echt verspreid zitten over het gebied. Ze wilden dus een compleet inzicht in de gelaagdheid van de bodem.
Medusa Explorations draagt graag bij aan onderwijs en wil haar kennis over bodemonderzoek delen zeker met de nieuwe generatie bodemkundigen. Niet alleen in theorie (zoals op de site van het Medusa Instituut wordt gedaan), maar ook in de praktijk. Daarom zijn de Medusianen Silke en Wouter een dag op stap geweest met de studenten van van Hall Larenstein. Een groepje studenten kreeg de verantwoordelijkheid om met de technieken van Medusa aan de slag te gaan. In de ochtend gingen Hanne Bouma, Roy Metselaar, Martijn Rotteveel en Koen van Son samen aan de slag met een grondradar op een karretje, terwijl Wouter met de grondradar en gammaspectometer gemonteerd op een quad de rest van het veld over reed.
Duidelijke data in ongeroerd natuurgebied
In de middag is er data-analyse gedaan. Zo’n ongeroerd natuurgebied geeft in de grondradarmetingen prachtige patronen. Er komen heel duidelijke laagovergangen naar voren, en de resultaten van de gamma-spectrometer geven al een overzichtelijk beeld van de variatie in bodemsamenstelling in het veld. Op basis van deze eerste resultaten is gezocht naar goede plaatsen om verificatie te doen. Zo is de veendikte gemeten en is de aanwezigheid van een mogelijke laag potklei geverifieerd met behulp van een boring.
Kleilaag ontdekt na boring
Na de eerste analyse zijn de studenten het veld ingetrokken om de boringen te plaatsen. Niet altijd makkelijk – het hele natte zand zorgt er voor dat er niet veel verder dan 2 meter diep kan geboord worden.
Op het einde van de dag lijkt het toch raak met een paar boringen: er word in een paar boringen een kleilaag ontdekt onder het zand! Op basis van deze boring ontstaat een levendige discussie of dit ook werkelijk een laag potklei is.Met de boringen wordt ongeveer een halve meter veen met hieronder zand en een dun kleilaagje naar omhoog gehaald. Wat er in de radarbeelden zichtbaar is wordt zo ook weer bevestigd.
Op basis van de metingen en boringen is in korte tijd de opbouw van de bodem in beeld gebracht.